Oliesmering

Oliesmering

De oliepomp zuigt de motorolie door een zeef en perst die, via het oliefilter, door de oliekanalen in de krukaslagers, de lagers van nokkenassen en het kleppenmechanisme. De motorolie zakt, nadat die zijn werk heeft gedaan, terug naar het carter en wordt daarna weer opgezogen.

Een motor heeft olie nodig. Krijgt ie die niet, dan kan er grote schade ontstaan. Motorolie zorgt voor een dunne smeerfilm tussen de onderdelen die langs elkaar heen bewegen. Ook voert het warmte, vuil en verbrandingsresten af. Een deel van het vuil en de verbrandingsresten wordt opgevangen in het oliefilter. Daarom wordt dit filter bij een onderhoudsbeurt tegelijk met de motorolie vervangen. Hoe vaak? Dat is tijds- en kilometerafhankelijk. De autofabrikant geeft hiervoor een indicatie.

Bijvullen?

Het olieniveau in de motor controleer je met de peilstok, minstens maandelijks of een keer per 1000 km. Is bijvullen nodig, kies dan de juiste motorolie “kentekenzoeker”. Let dan op de viscositeit en kwaliteit. Viscositeit wordt aangeduid met een SAE-codering en kwaliteit met een ACEA-codering. Bijvoorbeeld SAE 0w30 ACEA A1/B1. In het instructieboekje staat de code voor jouw olie.